| INDEX |
|
|
Inleiding |
|
|
Deuren |
|
|
Vergrendeling |
 |
Inleiding |
|
Bij de projectering van een toegangscontrolesysteem is het belangrijk om te bepalen wat de
wensen en de eisen van de klant zijn in verhouding tot het arbeidsproces. Soms zijn er ook
eisen van een verzekeraar.
We maken onderscheid tussen toegangsverlening en toegangscontrole. Toegangsverlening kan bestaan uit een standaard slot, sleutelsystemen, stand-alone toegangsverlening en kleine systemen. Kenmerken van een elektronische toegangscontrolesysteem zijn: - Toegang tot meerdere deuren is aan elkaar gekoppeld - Centraal beheer met een computer - Aanwezigheidscontrole voor BHV - Antipassback |
|
|
Deuren |
|
Uitgaande van bovenstaande omschrijving dient tenminste de hoofdingang voorzien te worden
van een ingaande en een uitgaande lezer. Alleen op deze manier is aanwezigheidscontrole
mogelijk met een toegangscontolesysteem. Deze aanwezigheidscontrole is van essentieel belang
voor de bedrijfshulpverlening (BHV).
De aanwezigheidscontrole is noodzakelijk om bij ontruiming van een gebouw snel een overzicht te hebben van de personen die zich in het gebouw bevonden tijdens het ontstaan van een calamiteit. Zo een overzicht zou ook afkomstig kunnen zijn een tijdregistratiesysteem. Extra aandacht dient besteed te worden aan de gasten die het bedrijf bezoeken. De antipassback voorkomt dat mensen hun kaart uitlenen om anderen toegang te geven. Bij antipassback moet de kaart eerst aangeboden zijn bij de uitgaande lezer, voordat men via de ingaande lezer weer naar binnen kan. Naast de hoofdingang dient ook naar andere deuren gekeken te worden die toegang verlenen tot het bedrijf. Daarbij kan onderscheid gemaakt worden tussen toegangsdeuren en nooddeuren. Toegangsdeuren zijn o.a. personeelsingang en magazijndeur. Het verdiend de voorkeur om ook deze deuren te voorzien van een ingaande en een uitgaande lezer. Nooddeuren dienen onder normale omstandigheden altijd gesloten te zijn. Hierop is dan ook geen toegangscontrole noodzakelijk, wel signalering om oneigenlijk gebruik te voorkomen. Meestal wordt de beveiliging van de nooddeuren opgenomen in een 24-uurszone van een inbraakbeveiligingssysteem. In het bedrijf zelf kan er indeling gemaakt worden in verdiepingen, afdelingen en ruimten waar beperkte toegang van toepassing is. In dat geval kan worden volstaan met een ingaande lezer. Wordt het toegangscontrolesysteem echter ook gebruikt als volgsysteem, dan zal ook hier een ingaande en uitgaande lezer toegepast moeten worden. Bij een volgsysteem kan men middels het toegangscontrole systeem zijn waar een persoon zicht op een bepaald tijdstip bevind of bevond. Kritische ruimten die voor toegangscontrole in aanmerking komen zijn: - Magazijn/opslag - Archief - Kelderruimten/kluisjes - Server/ICT-ruimten - Directiekamers Daarnaast geldt dit ook voor elke ruimte waar kostbare apparatuur of goederen staan of goederen die om andere redenen aantrekkelijk zijn, zoals medicijnen/drugs. |
|
|
Vergrendeling |
|
De meest toegepaste vergrendeling is nog steeds het slot. Bij elektronische toegangscontrole
is een elektrische vergrendeling noodzakelijk. Hiervoor zijn o.a. de volgende typen beschikbaar:
- Deuropeners - Deursloten - Motorslot - Kleefplaten - Drangers - Kodesloten Deuropeners Bij deuropeners is de deur nog steeds voorzien van een cilinderslot met nachtschoot, maar kan de deur toch elektronisch vrijgegeven worden zonder beweging van de nachtschoot. Deursloten Elektrische deursloten hebben een elektrische nachtschoot. Motorsloten Motorsloten zijn een zwaardere uitvoering van deursloten. Kleefplaten Kleefplaten hebben geen nachtschoot. Drangers Drangers geven een deur niet alleen elektronisch vrij, maar openen of sluiten deze ook automatisch. Kodesloten Elektronische kodesloten zijn standalonesystemen. In plaats van een kodeslot worden ook kaartlezers gebruikt. |
|
|
ELECTRO-FICTION Website
. Auteur: Wim Klein . Update: 7-10-2007 |
