Hoofdmenu Beveiliging
Datacomm Elektronica

BRAND - SIGNAALGEVER

INDEX
Inleiding
Ledindicator
Nevenindicator
Flitslicht
Slow-Whoop
Combi Slow-Whoop
Doormelding
Inleiding
Bij brand dient er natuurlijk een signalering plaats te vinden, zodat mensen gewaarschuwd worden en het gebouw kunnen verlaten.
Ledindicator
Op de brandmelder is een led aanwezig, die oplicht als de brandmelder is geactiveerd. Deze led moet zichtbaar zijn vanaf de toegang tot ruimte waar de brandmelder zich bevindt.
Op thermische melders voor hoge temperaturen hoeft geen alarmindicator aanwezig te zijn.
Nevenindicator
De nevenindicator zit boven de deur naar een ruimte waar zich een brandmelder(s) bevindt die van buiten die ruimte niet zichtbaar is. Deze nevenindicator licht op als de brandmelder is geactiveerd.

De eisen aan de nevenindicator zijn:
- rode optische indicator tegen een witte achtergrond
- minimum oppervlakte van 2000mm2
- per gebouw eenduidig
Flitslicht
Het flitslicht zit aan de buitenzijde van het gebouw, bij de deur die de brandweer gebruikt als er een brandmelding is ontvangen.
Slow-Whoop
De slow-whoop geeft een akoustisch als er sprake is van een brandmelding.
Combi Slow-Whoop
De slow-whoop kan ook gecombineerd worden met een rookmelder of flitslicht.
Doormelding
Bij brand dient er een doormelding plaats te vinden naar de brandweer. Dit kan telefonisch of automatisch plaats vinden.
Storingen worden meestal doorgemeld naar een PAC of een ander meldpunt dat 24/7 is bemand.

ELECTRO-FICTION Website
. Auteur: Wim Klein
. Update: 17-6-2010