INDEX |
Inleiding | |
NAW | |
BHV | |
Antipassback | |
Parkeren | |
Lift | |
Sluis | |
Vier-ogen | |
Sturing | |
Logboek | |
Werktijdregistratie | |
Plattegrond |
Inleiding |
Voor een toegangscontrolesysteem zijn twee soorten software van belang. De software in de
controller bepaald de werking en de mogelijkheden van het toegangscontrolesysteem.
In de beheersoftware worden de gegevens van de toegangskaarthouder op geslagen en bepaald
wie, waar, wanneer mag komen.
Het is de software die bepaalt wat de mogelijkheden zijn van het toegangscontrolesysteem. |
NAW |
Elk toegangssysteem slaat persoonlijke gegevens op van de gebruikers van het systeem.
Dit zijn minimaal naam, adres en woonplaats (NAW) gekoppeld aan toegangskaart of
vingerafdruk. Andere veel gebruikte gegevens zijn een pasfoto en functie.
Deze functies worden weer aan functiegroepen gekoppeld en de functiegroep bepaalt wanneer en waar een gebruiker toegang krijgt tot een terrein, gebouw of ruimte. |
BHV |
Behalve toegangscontrole, wordt het systeem vaak ook gebruikt voor aanwezigheidsregistratie. Dit is essentieel voor de bedrijfshulpverlening (BHV) bij ontruiming van een gebouw na calamiteiten. Het is dan wel belangrijk dat er een inlezer en uitlezer is en dat alle gebruikers deze kaartlezers gebruiken. Deze inlezer en uitlezer moeten voorzien zijn van antipassback om te zorgen dat er geen toegangskaarten uitgeleend worden om andere mensen (die hun kaart vergeten zijn) toegang te verstrekken. |
Antipassback |
Bij antipassback moet de kaart eerst bij de uitlezer aangeboden zijn, voordat deze weer bij de inlezer aangeboden kan worden. |
Parkeren |
De toegangscontrole kan behalve voor ruimten ook gebruikt worden om het terrein van een bedrijf op te gaan of een parkeerterrein. Bij parkeerterreinen is het belangrijk dat het systeem bijhoudt wanneer het parkeerterrein vol is en dan de toegang blokkeert. |
Lift |
De toegangscontrole kan ook gebruikt worden bij de besturing van een lift. Dat kan aan de buitenzijde zijn voor het oproepen van de lift of binnen in de lift om te bepalen tot welke verdieping de gebruiker van de kaart toegang krijgt. |
Sluis |
Bij de sluisfunctie staan er twee deuren achter elkaar. Pas als de eerste deur gesloten is, gaat de tweede deur open. |
Vier-ogen |
Het vier-ogen principe zorgt er voor dat een deur alleen open gaat als twee verschillende kaarten van gebruikers, die de ruimten in mogen, aan het toegangscontrolesysteem zijn aangeboden. |
Sturing |
Behalve deuren en slagbomen kunnen ook andere zaken gestuurd worden met een toegangscontrolesysteem, zoals een CCTV-systeem. |
Logboek |
In het logboek worden gebeurtenissen opgeslagen, zoals het tijdstip waarop een bepaalde kaart is aangeboden op de locatie van een kaartlezer. |
Werktijdregistratie |
Ook al kan een toegangscontrolesysteem bijhouden wanneer een persoon een gebouw in- en
uit gaat, dit is nog geen werktijdregistratie. Werktijdregistratie houdt namelijk ook
overurenregelingen en houdt rekening met CAO (wijzigingen).
Er zijn toegangscontrolesystemen waarbij werktijdregistratie in de software is geintergreerd, maar meestal wordt voor de werktijdregistratie een apart systeem gebruikt, die gebruik maakt van de toegangscontrolekaart. Zo kan een kaart voor twee systemen gebruikt worden. |
Plattegrond |
Op een plattegrond kan weergegeven worden welke deuren er open gaan of open blijven staan. Tevens kan de plattegrond gebruikt worden om sturingen te doen met behulp van iconen en knoppen die op de plattegrond zijn weergegeven. |
ELECTRO-FICTION Website
. Auteur: Wim Klein . Update: 25-11-2007 |